Text


Ida Wollens (°1985, Belgium) lives and works mostly in Belgium, though she presently operates from Montréal.

The artist’s early work spawned from a rigorous quest for reducing familiar images from art-historical and popular culture to pure form stripped of its literal message. The observer is challenged to detach him/herself from the original meaning of the images in order to bestow upon them a new one. The overwhelming combinations of colour and exuberant brushstrokes in the paintings bedazzle at first but are offset by the subtle presence of recognizable forms and patterns.

In her later work the artist has become more concerned with the tactile and visual interplay between the paint and the act of painting. Her pictures now originate from the constant repetition and destruction of the order that is created whilst painting. Images are stylized layer by layer until they become detached from the formality of the idea they represent and start to approach the essence of painting as such. If the pictures are construed through the act of painting without a deterministic design, every step in the process is still the result of a deliberate search for the right balance between absolute illustrative freedom and visual unity.

The most recent work of the artist is characterized by a restrained brush technique and distant approach. The graphic stratification of the paintings emphasizes the distinctive nature of the images, which become imbued with a touch of the theatrical in the methodical painting process; pernicious forces at times filter through the canvas. The artist has developed a tendency for opposites, from the destructive to the constructive, the systematic to the nonchalant.

The artist’s evolution can be traced through the “Twin Peaks” series, an ambitious sequence of works steadily developed over the course of the past eight years and inspired by an inquisitiveness into the potential for visual representations of two elements: mountains and roses. The warmth and vulnerability of the rose contrast starkly with the coldness and indifference of the mountain. One of the paintings in the series shows two peaks unstirring in the void, against a rigid background of horizontal lines. The mountains have become the most organic form of the whole, with rugged lines subtly suggesting a rocky surface.

Though the artist’s approach to painting may appear rigid, it is never devoid of whimsy. The at first sight neat repetition of images in Ida’s paintings proves, upon closer inspection, far from identical. The artist plays with forms, sequences and conventions; she imposes upon herself a whole set of rules to which is adhered with nearly neurotic resolve. This game of restrained discharge creates subtle irregularities and ostensible flaws that ensure the paintings remain playful and unpredictable for both artist and observer.


Ida Wollens
Klapdorp 26 b 4
2000 Antwerp
Belgium
Idawollens.blogspot.com


 



Ida Wollens (°1985, België) leeft en werkt voornamelijk in Antwerpen. Ze verblijft momenteel in Montréal.

 
Het vroegere werk van de kunstenaar is het resultaat van een doorgedreven zoektocht naar de reductie van herkenbare beelden uit de kunsthistorische en populaire cultuur tot pure vorm ontdaan van zijn letterlijke boodschap. Het is aan de toeschouwer om de oorspronkelijke betekenis van de beelden los te laten en er vanuit de eigen perceptie nieuwe betekenissen aan te verlenen. De overweldigende kleurencombinaties en exuberante penseelstreek in de schilderijen doen duizelen maar worden opgevangen door de subtiele aanwezigheid van herkenbare vormen.

 In haar recente werk legt de kunstenaar zich meer toe op het tactiele en visuele spel tussen de verf en de handeling van het schilderen. De schilderijen ontstaan uit een constante herhaling en destructie van de orde die al schilderend gecreëerd wordt. Laag per laag wordt het beeld gestileerd om los te komen van de vormelijkheid van het beeld en zodoende te komen tot de essentie van het schilderen an sich. Het beeld wordt al schilderend geconstrueerd zonder vooraf uitgewerkte ondertekening. Desalniettemin blijft elke stap het resultaat van een afgewogen zoeken naar het juiste evenwicht tussen absolute schilderkunstige vrijheid en visuele eenheid.

 Het latere werk van de kunstenaar wordt gekenmerkt door een ingetogen borsteltechniek en een veeleer koel karakter. De grafische gelaagdheid benadrukt het distinctieve karakter van de beelden, die een dramatische toets krijgen doorheen de stelselmatigheid van het schilderproces, waarin de destructieve factor af en toe de bovenhand neemt. Het werken in tegengestelden komt veel voor, van destructief tot constructief, geordend tot nonchalant.

 De evolutie in het werk van de kunstenaar wordt perfect geïllustreerd door “Twin Peaks”, een ambitieuze reeks werken waar ze intussen al acht jaar gestaag aan verder werkt vanuit een nieuwsgierigheid naar de mogelijke visuele uitwerkingen van twee elementen: bergen en rozen. Zo warm en kwetsbaar als de roos is, zo koud en onbewogen is de berg. Eén van de werken toont twee bergen roerloos in het ijle, voor een strakke achtergrond van horizontale lijnen. De bergen verworden tot de meest organische vorm van het geheel, met grillige lijnen die op een subtiele manier een rotsig oppervlak suggereren.

 Het spelelement is nooit veraf in Ida’s werk. De op het eerste zicht keurige herhaling van beelden toont zich bij nader onderzoek verre van identiek. De kunstenaar speelt met vormen, sequenties en conventies; ze legt zichzelf regels op waaraan met een haast neurotische vastberadenheid vastgehouden wordt. Zo ontstaan subtiele oneffenheden en schijnbare fouten die de belevenis zowel voor de toeschouwer als voor de kunstenaar speels en onvoorspelbaar houden.